Jonge hondjes

Jonge hondjes

Als een vrouwtjeshond volwassen is, wordt ze twee keer per jaar loops. Dat duurt ongeveer drie weken. Ze kan dan in verwachting raken als ze met een mannetje paart. Na negen weken worden de puppy’s geboren. Ze krijgt er meestal vier,vijf of zes. Een vrouwtjeshond noem je een teefje. Een mannetjes hond een reu. Na de geboorte likt de moeder elk jong schoon en droog. De jonge puppy’s drinken melk bij hun moeder en liggen op een kluitje tegen haar buik aan. Zo houden ze elkaar warm. In de eerste week doen puppy’s niets anders dan drinken en slapen. Ze gaan wel voorzichtig hun omgeving ontdekken.

Opgroeien

De puppy’s zijn gewoon blind bij hun geboorte. Ook kunnen ze nog weinig horen, ze zijn doof als het ware. Door te ruiken en te voelen weten ze waar hun moeder is. De oogjes van die lieve puppy’s gaan na 2 weken open en dan beginnen ze met voorzichtig kijken en echt aftasten.

Na drie weken horen ze ook geluiden in hun omgeving. En als ze vier weken oud zijn, kunnen ze op hun pootjes staan. Soms vallen ze nog om.
Ze kruipen zelf uit het nest om te poepen en te plassen. Ze drinken niet alleen moedermelk, maar eten nu ook ander voedsel. Vanaf deze tijd is het belangrijk dat puppy’s andere mensen en andere honden ontmoeten. Zo kunnen ze leren hoe ze met hen moeten omgaan.

Na vijf weken zijn de puppy’s behoorlijk gegroeid. Ze spelen met hun broertjes, zusjes en moeder. Ze rennen en stoeien graag. Het is heerlijk om te zien hoe ze samen ravotten. Het is eigenlijk een beetje proberen wie er nu sterk en wie er nu zwakker is. En hoe hard ze kunnen bijten zonder de ander pijn te doen. Als pups zeven of acht weken oud zijn, kunnen ze naar een nieuw baasje.